Abstract
Uranus wordt omringd door ten minste tien smalle, dichte en ver van elkaar Gescheiden ringen met een typische optische diepte ∼ 0,3, waarvan de eerste negen (6, 5, 4, ?, ?, ?, , ? en ? ringen zoals die vanuit Uranus naar buiten gaan) werden vanaf de grond ontdekt tijdens waarnemingen van de atmosfeer van de planeet in 1977. In dit werk wordt een vrij uniforme, snel en differentieel draaiende schijf van zelden botsende deeltjes (wanneer de frequentie van botsingen tussen deeltjes veel kleiner is dan de lokale orbitale frequentie) in een planeetmaansysteem overwogen. Een maan veroorzaakt een aantal orbitale resonante effecten in deze continue viskeuze (door gewone botsingen) schijf. In het kader van de hydrodynamische theorie worden de zwaartekrachtmomenten die door een buitenmaan worden uitgeoefend op deeltjes bij een binnenste Lindblad horizontale resonantie en overeenkomstige verticale resonantie geschat. Het is aangetoond dat de torques negatief zijn bij deze resonanties, zodat gaten in de schijf in de buurt van elke resonantie kunnen worden gecreëerd. Dit laatste resultaat kan worden gebruikt om een haalbare aanwijzing te geven voor het oplossen van de puzzel van smalle, dichte en ver van elkaar Gescheiden ringen van Uranus. Het model wordt bepleit dat suggereert dat de Uranian ring banen hebben een nauwe verbinding met kleine manen van de planeet interieur aan de baan van Miranda, van Cordelia tot Mab ontdekt door VOYAGER 2 imaging observations in 1986. Als het impulsmoment naar buiten wordt overgebracht naar de maan, valt materiaal in de nabijheid van de resonanties naar het binnenste deel van het te bestuderen systeem. Aan de andere kant, in een botsingsschijf is het impulsmoment gestaag geconcentreerd op een fractie van de massa die weg spiraalt. In Uranus’ systeem kan deze stroperige radiale verspreiding van de schijf (en bijbehorende uitgaande stroom van impulsmoment) worden beëindigd door het koppel dat door de maan wordt uitgeoefend via de lage-orde baanresonantie. Dit werk werd gezamenlijk ondersteund door de Israel Science Foundation, De Binational U. S.- Israel Science Foundation, en het Israëlische Ministerie van Immigrant absorptie in het kader van het programma “KAMEA.”