De elektrische weerstand wordt gemeten met behulp van twee methoden: constante stroom of constante spanning.
de techniek met constante stroom levert een bekende stroom via een onbekende weerstand en de resulterende spanning wordt gemeten. Deze techniek wordt over het algemeen gebruikt voor weerstandswaarden onder 200M ohm. Deze aanpak wordt het vaakst gebruikt door Digitale Multimeters en andere weerstandsmeetinstrumenten. Voorbeelden van slechts enkele van de Keithley producten die deze techniek gebruiken zijn 2000, 2001, 2002, 2010 en 2700.
de techniek van constante spanning zorgt voor een bekende spanning over een onbekende weerstand en meet de resulterende stroom. Deze aanpak wordt gebruikt voor meettoepassingen met hoge weerstand (1e8 tot 1e16). Weerstand van deze magnitude is normaal gesproken een meting van lekkage, zoals condensatorlekkage, isolatorweerstand of relaiscontactisolatie. Het voordeel van de constante spanningsmethode ligt in het meten van de onbekende weerstand met verschillende constante waarden van testspanning. Dit helpt de weerstand te karakteriseren met een parameter bekend als spanningscoëfficiënt, die een maat is van hoe de weerstand reageert op verschillende magnitudes van testspanning. Voorbeelden van slechts enkele van de Keithley producten die weerstand kunnen meten met deze methode zijn elektrometers en Bronmeter instrumenten.