Alexander Anderson introduceerde de techniek in de Verenigde Staten. Bewick ’s werk maakte indruk op hem, dus hij reverse engineerde en imiteerde Bewick’ s techniek – met behulp van metaal totdat hij vernam dat Bewick hout gebruikte. Daar werd het verder uitgebreid door zijn studenten, Joseph Alexander Adams.
groei van geïllustreerde publicatiesdit
naast het interpreteren van details van licht en schaduw gebruikten graveurs vanaf de jaren 1820 de methode om lijntekeningen uit de vrije hand te reproduceren. Dit was in veel opzichten een onnatuurlijke toepassing, omdat graveurs bijna het gehele oppervlak van het blok moesten wegsnijden om de afdrukbare lijnen van de tekening van de kunstenaar te produceren. Toch werd het het meest voorkomende gebruik van houtgravure.voorbeelden zijn de cartoons van Punch magazine, de afbeeldingen in het geïllustreerde London News en Sir John Tenniel ’s illustraties van Lewis Carroll’ s werken, de laatste gegraveerd door de firma Dalziel Brothers. In de Verenigde Staten begonnen ook met hout gegraveerde publicaties, zoals Harper ‘ s Weekly.Frank Leslie, een in Engeland geboren graveur die de afdeling gravure van het Illustrated London News leidde, emigreerde in 1848 naar de Verenigde Staten, waar hij een middel ontwikkelde om de arbeid voor het maken van houtgravures te verdelen. Een enkel ontwerp werd verdeeld in een raster, en elke graveur werkte op een vierkant. De blokken werden vervolgens samengevoegd tot één afbeelding. Dit proces vormde de basis voor zijn Frank Leslie ’s Illustrated Newspaper, die concurreerde met Harper’ s in het illustreren van scènes uit de Amerikaanse Burgeroorlog.
nieuwe technieken en technologiesEdit
tot 1860 moesten graveurs direct op het oppervlak van het houtblok schilderen of tekenen en het originele kunstwerk werd door de graveur vernietigd. In 1860 vond de graveur Thomas Bolton echter een proces uit om een foto op het blok te zetten.rond dezelfde tijd ontwikkelden Franse graveurs een aangepaste techniek (gedeeltelijk een terugkeer naar die van Bewick) waarbij kruising (een reeks parallelle lijnen die een andere onder een hoek kruisen) bijna volledig werd geëlimineerd. In plaats daarvan werden alle tonale gradaties weergegeven door witte lijnen van verschillende dikte en nabijheid, soms gebroken in stippen voor de donkerste gebieden. Deze techniek komt voor in houtgravures naar Gustave Doré.tegen het einde van de 19e eeuw gaf een combinatie van Bolton ‘s’ foto op hout ‘-proces en de toegenomen technische virtuositeit die door de Franse school werd geïnitieerd, houtgravure een nieuwe toepassing als een middel om tekeningen in aquarelwassing (in tegenstelling tot lijntekeningen) en echte foto ‘ s te reproduceren. Dit wordt geïllustreerd in illustraties in het tijdschrift Strand in de jaren 1890. Met de nieuwe eeuw maakten verbeteringen in het halve-toonproces dit soort reproductieve gravure overbodig. In een minder verfijnde vorm overleefde het in advertenties en handelscatalogi tot ongeveer 1930. Met deze verandering werd houtgravure vrij gelaten om zich als een creatieve vorm op zich te ontwikkelen, een beweging die eind 1800 werd voorgeprogrammeerd door kunstenaars als Joseph Crawhall II en de gebroeders Beggarstaff.Timothy Cole was een traditionele houtgraveur, die kopieën van museumschilderijen in opdracht van tijdschriften als het Century Magazine uitvoerde.