Maybaygiare.org

Blog Network

kosten voor woon-werkverkeer

draagt u een gezichtsmasker in het openbaar vervoer?

Als u een gezichtsmasker draagt in het openbaar vervoer tijdens uw woon-werkverkeer en u koopt de maskers zelf, kunt u de kosten van de maskers als reiskosten in mindering brengen op uw belasting. De inhouding bedraagt € 2 voor elke dag dat u tussen huis en werk bent gereisd na 13 augustus 2020, toen het Finse Instituut voor gezondheid en welzijn zijn aanbeveling deed voor het dragen van maskers in het openbaar vervoer.

voorbeeld:Je werkt in een branche waar je fysieke aanwezigheid op de werkplek elke werkdag vereist is. U hebt sinds uw zomervakantie geen vrije tijd gehad of anderszins van uw werk weggeweest. Je had de zomervakantie in juni. Op uw belastingaangifte voor 2020 omvatten uw aftrekbare reiskosten op basis van het gebruik van het openbaar vervoer voor 11 maanden en daarnaast kosten voor gezichtsmaskers voor de periode 13 augustus–31 December. Het aftrekbare bedrag voor gezichtsmaskers is € 2 per dag, en het aantal werkdagen in de periode is 99. Tel de kosten voor gezichtsmaskers op, € 198 (€2 x 99 dagen), bij de kosten voor woon-werkverkeer berekend op basis van het gebruik van het openbaar vervoer. Als uw woon-werkverkeer kosten meer dan € 750 per jaar, meld het volledige bedrag van de kosten. De persoonlijke aansprakelijkheidsdrempel voor de kosten van woon-werkverkeer bedraagt € 750.

drempel van 750 Euro in 2020

Er is een bedrag gedefinieerd als de eigen schuld van de individuele belastingplichtige, d.w.z. de drempel waarop de aftrek van kracht wordt. Voor belastingjaar 2021 (en 2020) bedraagt uw eigen aansprakelijkheidsdrempel €750. De maximaal toe te kennen aftrek bedraagt €7.000. Dit betekent dat je de maximale aftrek krijgt als je in de loop van het jaar €7.750 hebt betaald voor reizen of woon-werkverkeer. U moet de volledige bedragen invullen, het eigen-aansprakelijkheidsbedrag niet zelf Aftrekken.

als u in de loop van het jaar een periode van werkloosheid hebt gehad, wordt de drempel naar beneden bijgesteld. Elke volledige maand na ontvangst van de werkloosheidsuitkering (= 21,5 dagen) verlaagt deze met €70. 140 euro is echter de laagst mogelijke drempel. De Belastingdienst berekent de aftrekposten voor werklozen: dit betekent dat ook in dit geval, moet u niet Aftrekken dat bedrag van de kosten.

de kosten worden afgetrokken van het inkomen, niet van de belasting

De kosten voor woon-werkverkeer (reiskosten) verminderen uw belastbaar arbeidsinkomen. Op deze manier verlagen ze uw belastingen niet direct. Als uw totale uitgaven bijvoorbeeld € 4.400 bedragen, betekent dit niet dat u €4.400 als belastingteruggave krijgt. Het betekent alleen dat uw belastbare inkomen wordt verminderd door de geaccepteerde netto aftrek. De resulterende terugbetaling is afhankelijk van uw belastingtarief: u kunt de omvang van uw restitutie schatten door de aftrek te vermenigvuldigen met het belastingtarief.

voorbeeld: Markku verdient 40.000 euro per jaar. Als hij geen andere aftrekposten had dan die welke automatisch door de Belastingdienst worden toegekend aan alle belastingplichtigen die inkomen verdienen, zou zijn belastingtarief 25% zijn en zou hij elk jaar 25% × €40.000 = €10.000 aan inkomstenbelasting betalen.

zijn kosten voor het woon-werkverkeer bedragen echter 4.400 Euro, aangepast met de drempel van 750 euro, wat resulteert in 3.650 euro als aftrekbare kosten voor het woon-werkverkeer. Zijn netto belastbaar arbeidsinkomen is gelijk aan €36.350 (€40.000 minus € 3.650). Nu is zijn belastingtarief 21% en betaalt hij 21% × € 40.000 = € 8.400 aan inkomstenbelasting.op deze manier verlaagden Markku ‘ s kosten voor woon-werkverkeer van 4.400 euro zijn jaarlijkse inkomstenbelasting met 1.600 euro (10.000 euro minus 8.400 Euro). Als hij vooraf een schatting had willen krijgen, had hij het onkostenbedrag kunnen vermenigvuldigen met het percentage dat op de belastingkaart is gedrukt als het aanvullende brontarief (lisäprosentti; tilläggsprocent), dat op zijn belastingkaart 42% is (42% × €3,650 = €1,533).

Belastingwaarden van door de werkgever verstrekte forenzen die op de belastingaangifte zijn voorgedrukt

Als u voor het pendelen betaalt met een door de werkgever verstrekte ticket, moet u de kosten rapporteren zonder de ticketwaarde ervan af te trekken. Uw werkgever informeert de Belastingdienst over de aan de werknemers verstrekte tickets. Hiermee wordt rekening gehouden bij de beoordeling van uw inkomsten en uitgaven.

NB het door de werkgever verstrekte woon-werkverkeersbewijs is belastingvrij tot 3.400 Euro in 2021.

voorbeeld: Pekka ‘ s werkgever gaf hem een forens ticket 2020 ter waarde van €2.400. Zijn woon-werkverkeer per spoor heeft hem 320 euro per maand gekost, waardoor de totale jaarlijkse kosten voor het woon-werkverkeer 3.520 euro bedragen (11 maanden × 320 euro).

zijn werkgever deelt de Belastingdienst mee dat Pekka een door de werkgever verstrekte uitkering heeft ontvangen in de vorm van een pendelticket ter waarde van €2.400. Volgens de huidige belastingregels bedraagt het resulterende belastbare inkomen €450. De rest is belastingvrij. De Belastingdienst voert de berekeningen uit om onderscheid te maken tussen het belastbare inkomen, het belastingvrije voordeel en de aftrek in uw belastingaanslag, die in dit voorbeeld: €3,520 – €1 950 = €1,570.

meer informatie over door de werkgever verstrekte tickets (lees hoofdstuk 9, Alleen in het Fins en het Zweeds).

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.