Whooosh! Zooom! Wheee! Vandaag hebben we behoefte aan snelheid, dus we kijken naar de woorden “snel” en “snel.”Beide termen zijn gerelateerd aan snelheid, maar er is een subtiel verschil tussen hen dat veel mensen over het hoofd zien. Dus, doe mee voor een snelle blik op hoe deze woorden correct te gebruiken!
snel (snel of in een korte tijd)
Eén gebruik van het bijvoeglijk naamwoord “snel” is om te verwijzen naar iets dat met snelheid gebeurt:
John was altijd snel om te reageren.
de nadruk ligt hier op de beknoptheid van de actie. We zien dit ook in een ander gebruik van deze term, die is om aan te tonen dat er iets gebeurt in een korte tijd:
Ik zal je essay een snelle blik geven voordat je het inlevert.
deze toepassingen zijn vergelijkbaar, maar de tweede vereist niet noodzakelijkerwijs snelheid. Je zou bijvoorbeeld een “snel dutje” kunnen doen, wat kort maar statisch zou zijn (tenzij je op een skateboard op de top van een heuvel in slaap valt).
De bijwoordelijke vorm van dit woord is “snel.””Quick” en “quick” worden soms door elkaar gebruikt, maar je moet altijd “quick” gebruiken voor zelfstandige naamwoorden en “quick” voor werkwoorden in formeel schrijven.
snel (bij hoge snelheid)
“snel” is een ander bijvoeglijk naamwoord dat verwijst naar iets dat met snelheid gebeurt:
John was altijd snel om te reageren.
Het kan echter ook worden gebruikt om iets te beschrijven dat snel kan bewegen. Of het kan aangeven dat er iets gebeurt in een hoog tempo:
Ik heb altijd van snelle auto ‘ s gehouden.
dit nuttig vinden?
abonneer u op onze nieuwsbrief en ontvang schrijftips van onze redacteuren rechtstreeks in uw inbox.
het snelle tempo van de verandering was enigszins verrast.
de sleutel in deze gevallen is dat het over de aanhoudende snelheid/snelheid van iets, niet de tijd die nodig is om te gebeuren. We zeggen dat een auto ‘snel’ is, bijvoorbeeld omdat dit zijn potentieel voor duurzame snelheid weerspiegelt, terwijl ‘snel’ een korte actie zou impliceren.
een belangrijke uitzondering hierop is” fast food”, dat zo wordt genoemd omdat het snel wordt gemaakt. Het gaat meestal niet snel, tenzij je het gooien over de kamer, die algemeen wordt beschouwd als onbeleefd.
daarnaast kunnen we” fast ” gebruiken als bijwoord bij het beschrijven van een actie:
u rijdt altijd te snel.
“snel “heeft ook een aantal andere betekenissen, zoals” moeilijk te bewegen ” of te onthouden van voedsel voor een periode van tijd. Echter, deze zijn veel moeilijker te verwarren met het woord “snel”!
snel of snel?
deze woorden zijn vaak uitwisselbaar wanneer ze verwijzen naar iets dat met snelheid gebeurt. Maar dat is niet altijd het geval. De sleutel tot het voorkomen van fouten is dan ook om na te gaan of tijd relevant is.
als je iets beschrijft dat in een korte tijd gebeurt, zal het meestal “snel” zijn.”Maar als het iets is dat in staat is om snel te bewegen of dat gebeurt op een hoog tempo, het juiste woord zal zijn” snel.”
Quick = Happening at speed or in a short time
Fast = Happening at a high speed or rate, or capable of moving at speed